Dinsdag zeven november
2006 veroordeelde het Hof van Beroep
te Gent zeven leden van de Turkse
revolutionaire beweging DHKP-C tot
gevangenisstraffen van vier tot zeven
jaar. Het begrip “terroristische
organisatie” is één
van de belangrijkste redenen die het
Hof inroept om zijn vonnis te rechtvaardigen.
Blijkbaar wekt het beeld van de “terrorist” een
uitzonderingsbehandeling op. Vooreerst
op juridisch vlak, aangezien deze veroordeling
berust op de artikelen van het Strafwetboek
die door de wet van 2003 werden ingevoerd.
Deze artikelen laten namelijk toe om
personen te veroordelen op grond van
hun lidmaatschap van dergelijke bewegingen,
desgevallend zonder enige bewezen betrokkenheid
bij strafbare of criminele handelingen.
Vervolgens op gerechtelijk vlak, vermits
de zaak in vooronderzoek werd behandeld
niet door het Parket van Brugge, dat
bevoegd is voor het grondgebied waar
de belangrijkste inbreuken werden gepleegd,
maar door het federaal Parket, omdat
dit gespecialiseerd is in de materie
van het terrorisme. Het uitzonderingskarakter
in de behandeling van de zaken die
betrekking hebben op “terrorisme” beperkt
zich echter niet tot deze twee domeinen.
De omstandigheden waarin voor terrorisme
veroordeelde personen worden gedetineerd
vallen ook onder uitzonderingsregime.
De getuigenissen
van de gevangenen in Brugge verspreid
door het Comité voor
Vrijheid van Mening en Vereniging
(CLEA) en bevestigd door het Observatoire
International des Prisons (OIP), de
Liga Voor Mensenrechten en de Ligue
des Droits de l’Homme, wekken
grote ongerustheid. Uit deze getuigenissen
blijkt namelijk dat deze gevangenen
van de andere gedetineerden worden
afgezonderd, dat zij 23 uur op 24 in
hun cel opgesloten zitten, dat zij
dit enige uur van verademing alleen
doorbrengen op de binnenplaats, dat
zij uitsluitend bezoek mogen ontvangen
van hun advocaten of in sommige gevallen
van een zeer beperkte kring familieleden,
en tenslotte dat sommige praktijken
erop gericht zijn om hen van slaap
te beroven. Aangezien het licht in
hun cel permanent brandt is het hun
praktisch niet mogelijk om te slapen.
De enige veroordeelde vrouwelijke gedetineerde
heeft geen familie in België en
krijgt dus helemaal geen bezoek, vermits
enkel de leden van de gezinskern worden
toegelaten. Sinds 28 februari heeft
zij niemand gezien, behalve haar advocaten.
De veroordeling tot een gevangenisstraf
voor feiten die als “terroristisch” worden
bestempeld schijnt in de praktijk een
tweede sanctieniveau in te houden.
De bijzonder harde omstandigheden van
opsluiting betekenen een soort paralegale
dubbele straf, waarbij de gedetineerden
worden blootgesteld aan de willekeur
van de gevangenisadministratie of van
de politieke autoriteit waarvan deze
afhangt.
Tenzij we willen vervallen
in een logica van boetedoening door
lijden, kan niets zulke behandeling
rechtvaardigen. Geen enkele veiligheidsnorm
vereist een permanente verlichting
in de cellen of een volledige afzondering
van de gedetineerden. En zelfs uit
veiligheidsoverwegingen zouden zulke
praktijken nog niet aanvaardbaar zijn.
Zoals de hoger vermelde organisaties
vaststellen: “het gebrek
aan slaap en het isolement hebben rampzalige
gevolgen voor de mentale en fysieke
gezondheid van personen” en “deze
methodes zijn in strijd met de fundamentele
rechten en vrijheden”. Een
persoon bewust of door nalatigheid
onderwerpen aan zulke behandeling betekent
zijn gezondheid ernstig in gevaar brengen.
Toestaan dat aan een persoon een regime
wordt opgelegd dat een dergelijk lijden
veroorzaakt komt erop neer een vorm
van foltering te accepteren of tenminste
van onmenselijke of onterende behandeling.
Welnu artikel 3 van het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens en Fundamentele
Vrijheden (EVRM) stelt uitdrukkelijk: “Niemand
mag worden onderworpen aan folteringen
of aan onmenselijke of vernederende
behandelingen of bestraffingen”. De
rechtspraak van het Europees Hof voor
de Rechten van de Mens heeft dit algemeen
principe geconcretiseerd door te stellen: “Artikel
3 van het verdrag legt aan de staat
de verplichting op te waarborgen dat
elke gedetineerde wordt gevangen gehouden
in omstandigheden die verenigbaar zijn
met de eerbiediging van zijn menselijke
waardigheid, dat de modaliteiten van
de uitvoering van de strafmaat de betrokken
persoon niet onderwerpen aan een ontreddering
of beproeving die intenser zijn dan
het onvermijdelijk niveau van leed
dat inherent is aan zijn gevangenschap
en dat, rekening houdend met de praktische
noodwendigheden van de gevangenschap,
de gezondheid en het welzijn van de
gevangene op passende wijze worden
verzekerd” (arrest Valasinas
t. Litouwen van 24 juli 2001). Het
Europees Hof voor de Rechten van de
Mens heeft bovendien geoordeeld dat
een sociale afzondering in sommige
omstandigheden een schending kan zijn
van artikel 3 van het Verdrag (arrest
van der Ven t. Nederland van 4 februari
2003). Bovendien heeft het Hof in een
andere zaak (arrest Kalachnikov t.
Rusland van 15 juli 2002), geoordeeld
dat “de slaapomstandigheden
nog verslechterd waren doordat het
licht permanent brandde in de cel,
evenals door het heen en weer geloop
en het lawaai veroorzaakt door het
groot aantal gedetineerden. De beroving
van slaap die hieruit voortvloeide
moet een zware fysieke en psychologische
last zijn geweest voor de betrokkene”.
Tenslotte bepalen de normen die werden
aangenomen door het Europees Comité inzake
de voorkoming van foltering (CPT) enerzijds
dat een regime van permanente afzondering
kan gelijkgesteld worden met een mensonterende
en vernederende behandeling en anderzijds
dat elke gevangene recht heeft op een
minimum aantal uren slaap(1).
In andere oorden
hebben sommigen geoordeeld dat men
voor “terroristen” het
verbod op foltering en op mensonterende
en vernederende behandelingen mocht
opheffen en dat men hun met recht alle
rechten kon ontzeggen. De geschiedenis
staat bol van voorbeelden van dictatoriale
regimes die beroep deden op geheime
kerkers. Dichter bij ons werden in
de gevangenissen van Guantanamo of
Abu Ghraib zones gecreëerd van
rechteloosheid waarin de gevangen onderworpen
zijn aan brutale willekeur. Gelukkig
is het niet zo ver in België.
Niettemin zijn wij van mening dat de
toepassing van dit uitzonderingsregime,
terwijl het door geen enkele wet wordt
omschreven, een aanzienlijke deel van
willekeur invoert in ons gevangeniswezen.
Onze democratie gaat er prat op een
rechtstaat te zijn waarin de rechten
van het individu worden beschermd tegen
machtsmisbruik.
Daarom vragen wij
u, Mevrouw de Minister, voor deze
gedetineerden voorwaarden van opsluiting
te waarborgen die de wettelijke voorzieningen
niet te buiten gaan en die conform
zijn aan de internationale verbintenissen
van België op het
vlak van de vrijwaring van de rechten
en vrijheden.
Ondertekenaars:
- Benjamin Denis (Politoloog FUSL)
- Julien Pieret (Jurist LDH)
- Olivier Paye (Hoogleraar politieke
wetenschappen FUSL)
- Yannick Vanderborght (Hoogleraar
wetenschappen FUSL)
- Olivier Corten (Hoogleraar rechten
ULB)
- Philippe Van Parijs (Hoogleraar
filosofie UCL)
- Denis Duez (Politoloog ULB)
- Kenneth Bertrams (Historicus FNRS-ULB)
- Anne Morelli (Hoogleraar geschiedenis
ULB)
- Marie-Françoise
Rigaux (Hoogleraar constitutioneel
recht FUSL)
- Emmanuelle Bribosia (Hoogleraar
rechten ULB)
- Pascale Vielle (Hoogleraar UCL)
- Jean-Marie Dermagne (Advocaat,
Stafhouder Orde van de Advocaten
van de balie van Dinant)
- José Gotovitch
(Hoogleraar geschiedenis ULB)
- Jean Bricmont (Hoogleraar fysica
UCL)
- Barbara Delcourt (Hoogleraar politieke
wetenschappen ULB)
- Yves Cartuyvels (Hoogleraar rechten
FUSL)
- Dan Van Raemdonck (Hoogleraar ULB
en Erevoorzitter van de Liga voor
Mensenrechten)
- Zoé Genot (Féderaal
volksvertegenwoordiger Ecolo)
- Pierre Eyben (Vorser KUL)
- Selma Bellal (Politoloog FUSL)
- François
Dubuisson (Docent-assistent van
de Faculteit rechten ULB)
- Gaëlle Hubert
(Socioloog FUSL)
- Benoît Van
der Meerschen (Voorzitter Liga
voor Mensenrechten)
- Anne Lagerwall (Jurist ULB)
- Céline
Delforge (Gewestelijk volksvertegenwoordiger
Brussel Ecolo)
- Annemie Schaus
(Hoogleraar rechten ULB, Syndicat
des Avocats pour la démocratie)
- Jean Pestieau (Hoogleraar UCL)
- Frédérique
Bartholeyns (Criminoloog ULB)
- Anne de Villé (Hoogleraar
FUSL)
- Nathalie Zaccaï-Reyners
(Hoogleraar filosofie ULB)
- Marc Jacquemain (Hoogleraar sociologie
ULG)
- Vincent Letellier
(Syndicat des Avocats pour la démocratie)
- Patricia Naftali (Jurist ULB)
- Simon Pierre De Coster (Hoogleraar
HIECS)
- Fabienne Petiberghein
(Vakbondsafgevaardigde ACOD sector
Ministeries)
- Bert de Belder
(Coördinator
Intal)
- Axel Bernard (Advocaat)
- Olivier Hubert (Vorser Grap ULB)
- Patrick Italiano (Socioloog ULG)
- Isabelle Stengers (Hoogleraar filosofie
ULB)
- Delphine Beghin (Internationaal
Observatorium gevangenissen-OIP)
- Valérie
Paci (OIP)
- Valentin Henkinbrant (Advocaat)
- Vincent Chapaux (Politoloog ULB)
- Jean-Louis Siroux (UCL)
- Christophe Wasinski (Politoloog
FUNDP-ULB)
- Eric Therer (Advocaat)
- Manuel Lambert (Liga voor Mensenrechten)
- Nicole Mayer (ULB)
- Sophie Stoffel (Politoloog ULB)
- Oscar Flores (Coördinatie
tegen de razzia’s, de uitdrijvingen
en voor de regularisatie - CRER)
- Benjamin Deman (Jurist ABVV)
- Vincent Robeyns (Isagoria)
- Valérie
Brixhe (CNCD)
- Florence Delmotte (Politoloog ULB-Fusl)
- Christine Guillain (Jurist FUSL)
- Sylvie Olivier (Architect CRU)
- Candice Barbé (Jurist
ULB)
- Grégoire
Wallenborn (ULB-IGEAT)
- Paul Van den Berghe
(Coördinator
interculturele werking GC De Pianofabriek)
- Emmanuel Klimis (Politoloog FUSL)
- Mathieu Beys (Jurist)
- Sophie Heine (Politoloog FNRS-ULB)
- David Paternotte (Politoloog FNRS-ULB)
- D’Hoop Jean-Michel (Scenarist,
Compagnie Point Zéro)
- Muriel Sacco (Politoloog ULB)
- Gaëlle Dusepulchre
(Jurist ULB)
- Anne Maesschalk (Advocaat-SAD)
- Ural Manço
(Socioloog FUSL)
- Christophe Marchand (Advocaat)
- Nathalie Jouant (Jurist ULB-IEE)
- Marie-Pierre de
Buisseret (Jurist Siréas)
- Isabelle Erauw (OIP)
- Patrick Resier (CNE/ULB)
- Corinne Poncin (Advocaat en plaatsvervangend
rechter)
- Jean-Philippe
de Wind (Advocaat, in naam van
het Syndicat des Avocats pour la
démocratie)
- David Pestiau (Hoofdredacteur weekblad
Solidair)
- Ludovic Hennebel (Jurist ULB)
- Jonathan Van den Borre (Advocaat
SAD)
- Didier Brissa (A contre courant)
- Rita De Meulemeester (ULB)
- Marc Germain (Université Lille3)
- Chloé Deligne
(FNRS-ULB)
- Tania Van Loon
- Peter Mertens (PVDA)
- Sandra Cala (Advocaat)
- De Viron Isabelle (Advocaat)
- Anne De Goes (Architect CRU)
- Julie Charles (ULB IGEAT)
- Xavier May (IGEAT)
- Séverine
Janssen (Vorser ULB)
- Pascal Piette (ULB)
- Céline
Moreau (ABVV studenten)
- David Lannoy (Jeunesses syndicales
FGTB)
- Jean-Louis Berwart (Advocaat)
- Lorne Walters (Onafhankelijk vorser)
- Denis Horman (Journalist)
- Tülay Umay
(Casa Nicaragua Luik)
- Nadine Rosa-Rosso, (woordvoerster
Une Autre Gauche)
- Stéphane
Poellaer
- Laurent Leemans (Musicus)
- Mireille Jourdan (Advocaat)
- Annick Stevens (ULG)
- Jorge Palma (ULG)
- Céline
Francis (VUB)
- Frans Leens (ATTAC Brussel)
- Mohamed Benzaouia (Ambassade universelle)
- Christine Pagnoulle (Hoogleraar
ULG)
- Jean-Marie Klinkenberg (Hoogleraar
ULG)
- Sam Touzani, acteur
- Nouria Ouali, ULB
- Gilles Smedts, woordvoerder Parti
Humaniste
- Guy Desolre, ULB, Adjunct Eregouverneur
Vlaams Brabant
- Jan Vromman, cineast
- Marie-France Collard, regisseur,
Groupov
- Paul Delmotte, leraar IHECS
- Manuel Abramowicz,
auteur van “Guide
des résistances à l'extrême
droite” en voorzitter van
de vzw RésistanceS
- François
Houtart, (Hoogleraar emeritus KUL,
directeur CETRI, voorzitter Internationale
Liga voor de rechten en de bevrijding
van de volkeren)
- Alain Van Praet, ACV afgevaardigde
CSC-Transcom
- Dyab Abou Jahjah, (Federaal voorzitter
van de Arabisch-Europese Liga AEL)
- David Jamar (ULB)
- Paul-Emile Dupret, jurist, Europees
parlement, groep GUE/NGL, woordvoerder
Une Autre Gauche
- Stéphane
Poellaer
- Laurent Leemans
- Tania Vanloon
- Mireille Jourdan
- Wim De Neuter (Publicist Antwerpen)
- Gérard de Sélys
(Journalist)
Stand 30 november 2006 : 232 ondertekenaars.
|